Spring naar inhoud

Verwoorde gedachten (hoe ik kijk)

Woorden bij een tentoonstelling

Ik zit vol. Het is even genoeg. Er moet wat uit, mijn hoofd moet leeg voor ik weer gevuld kan worden. Geen ruimte meer voor input. Ik ben het bootje in De grote golf van Kanagawa. Gedachten, gevoelens en emoties vechten om een eerste plaats en slokken me op zoals de golf het bootje lijkt op te gaan slokken. 

Trigger…. sinds ik hoorde dat het Gemeentemuseum Den Haag een tentoonstelling van Anton Heyboer zou gaan maken. Natuurlijk kende ik de portretten van zijn verweerde, karakteristieke kop. Vriendelijke ogen. Wars van conventies, dat bleek wel uit het leven wat hij leidde. Ik kende vaag de verhalen en had weleens een plaatje van zijn werk gezien. Maar wie hij nou echt was en waarom?

Het is gebruikelijk dat musea naast een kunstwerk een bordje hangt met titel, kunstenaar, jaartal en soms zelfs wat uitleg. Ik heb dit echter nooit willen lezen bij het kijken naar schilderijen. De bordjes naast de werken hield ik voor lief en de uitleg erbij… als de schilder wilde dat ik zou lezen had hij een boek geschreven dacht ik zo… het liefst dwaal ik in stilte door een museum met mijn verstand op nul. Bekijk eerst het werk wat me opvalt of raakt. Mijn ogen zuigen de beelden naar binnen en zonder tekst of titel herken ik ze jaren later als ik ze in een ander museum weer tegenkom. De kunstenaars die ik liefheb herken ik aan hun penseelstreek, kleurgebruik of onderwerp.

Op zoek naar een onderwerp voor mijn eindexamenscriptie geschiedenis in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd ik door iemand attent gemaakt op de kunstenaar Floris Verster. Als eenling van de Haagse School was zijn werk niet zo bekend. Hij heeft prachtige dingen gemaakt, breekbaar en krachtig tegelijk. Door mijn voorliefde voor alles wat afwijkend is van de norm besloot ik uit te gaan zoeken of hij wel of niet bij de beweging van de Haagse School hoorde. Wat me raakte was dat hij een man van weinig woorden bleek te zijn. Een kluizenaar bijna. Als iemand bloemen meenam bij een bezoek verdween hij in zijn atelier en kwam terug met een schilderijtje. Op doek of op een houten paneeltje. Klein werk, beetje donker. Verstild. Hij moest iets kwijt, er waren bloemen genoeg op zijn landgoed. Maar hij koos ervoor om juist die liefdevol gegeven bloemen te vereeuwigen. De drang, bijna de verplichting van binnenuit om te creëren. Te verwerken…

In mei 2014 zag ik een schilderij wat zo anders was dan wat ik tot dan toe gezien had. Techniek, stijl, compositie… Er stond tekst in, iets over slachten. Het doek was met rode verf gemaakt, het was gruwelijk en mooi tegelijk. Op een of andere manier herkende ik de stijl, mijn blik op de signatuur bevestigde het: Anton Heyboer. Er hing ook nog andere werk van hem, veelal met tekst. Ik stuurde het via FB naar Marike Heyboer-Nefkens en we raakten een beetje in gesprek. Het verdween ook weer naar de achtergrond, zoals dat soms gaat. In 2016 lag er een ets van Heyboer bij een antiquariaat om de hoek, er wakkerde weer iets aan… En toen hoorde ik van de op handen zijnde tentoonstelling…. Dat wilde ik zien! Veel werk bij elkaar, bijeengekomen door iemand die daar vast goed over heeft nagedacht. Mede door de berichten van zowel het museum als van Marike ben ik gaan zoeken op Internet. 

Ben me gaan verdiepen in zijn kunst. Gaan vogelen wat me aantrok, en daarna groter: in kunst in het algemeen. Waarom raakt het ene schilderij me wel en het andere niet? Waarom komt sommige muziek knalbam mijn hart en ziel in en het andere klinkt als behang? En zoals ik geen geduld heb voor dingen zonder ziel, leven zonder ziel, kwam ik er vanmorgen achter dat kunst (in welke vorm dan ook) zonder ziel me niet zal raken.

Ten volle leven is in het moment leven, en voor mij is dat dat ik meer kan genieten als ik achtergronden ken en kan plaatsen. Parallellen trekken met het leven in het algemeen en met mijn leven in het bijzonder. Vragen, veel vragen. Waarom? Wat raakt me en waarom? Wat bewoog hem en waarom? Waarom raakt mij dat weer? Wat is universeel en wat is identiek? Wat is authentiek? Is alles niet al een keer gemaakt en bedacht?

Gen kunst om de kunst maar kunst om te verwerken. Het moet je hoofd, je lijf, je energie uit. Omdat je anders niet verder kunt. Er moet een ei gelegd en dan pas kun je door. Geestdrift. En het maakt niet uit of een ander het begrijpt. Totaal onbelangrijk. En ineens begreep ik het: vernietigen om vrij te zijn. Geen gek maar een genie. 

Mensen vinden het zonde dat Heyboer na een hele grote belangrijke tentoonstelling zijn werken bij terugkomst in Den Ilp heeft overschilderd. Rose. Vernietigd om vrij te zijn. Een ommekeer. Een zielskeuze denk ik. Om weer te kunnen zijn. Authenticiteit. Schijt aan alles (excusez le mot) De waarachtigheid van de man en kunstenaar Heyboer, ik hoorde het terug in de liefde waarmee zijn vrouwen over hem spreken, waarmee de directeur van het museum en de conservator spraken. 

Ik stond bij de opening tegen de muur, alle zintuigen open. Mijn hoofd en ziel maakten overuren. Ik zoog, als een spons. Te lang verwijderd van mijn creatieve kant, mijn werkelijke uitlaatklep. Ik schilder met woorden, bij gelegenheid. Als mijn hoofd te vol is van het leven. Om te verwerken wat er nu speelt en wat er toen speelde om daarmee ruimte te maken voor wat er zal gaan komen. Ooit.

Dank Marike, voor de kans. Je hebt me, door me uit te nodigen voor de opening, zonder het te weten, vlot getrokken.

https://www.gemeentemuseum.nl/nl/tentoonstellingen/anton-heyboer

Het ‘vervelende’ jochie

Denk terug aan t gesprek vanmiddag met een jochie dat naast me op de camping stond. (met zijn moeder) Hij was 12 en had een leerachterstand vertelde hij, en hij was vervelend. Zei hij zelf. Ik vond hem een geschikt joch, hij praatte honderduit terwijl we allebei aan het werk waren: hij wilde graag wat doen en draaide schroeven uit, ik zaagde laminaat. Ik vroeg wat dat was, een leerachterstand. Hij sprak over karma, ingewikkelde bouwconstructies en dat hij graag mensen wilde helpen. Ik maakte grapjes met hem die hij snedig terugspeelde. Aan t eind gaf ik hem een polsbandje van m’n colaglas. En terwijl hij me niet kende sloeg hij zijn armen om me heen. Hij bedankte me voor ’t bandje. Spontaan, uit zichzelf. Gewoon een sociaal, spontaan en slim goed jong, met een stempel waar hij zelf in is gaan geloven, maar waarvan ik me afvraag of het wel waar is.

Later kwam hij steeds kijken hoe ver ik was met het laminaat. Hij zag een gat in de muur (dat gaat heel snel bij een caravan heb ik inmiddels gemerkt) en vroeg hoe dat kwam. Ik grapte dat ik boos was geweest. Hij zei ‘u boos? Dat geloof ik niet, dat kunt u helemaal niet!’

Zijn mensenkennis raakte me. Wat me ook raakte in dit jonge wijsneusje was dat hij de woorden van volwassen gebruikte daar waar het zijn ‘achterstand’ betrof. Ik kreeg het idee dat er veel over, maar zelden met hem gepraat werd. Terwijl hij dondersgoed wist waar het over ging. Dat maakt hem nu slim en later misschien gefrustreerd. Als kinderen vanaf hun 12e kennelijk oud en wijs genoeg zijn om bij een rechter aan te geven bij welke ouder ze willen wonen bij een echtscheiding, waarom dan niet bij hun schoolcarriere en, indirect, hun toekomst?Wat zijn labels toch rare dingen. Weer een bewijs dat ze in kleding horen en niet op mensen.
______________________________________________________

“Je moet t niet persoonlijk nemen”

Misschien is het je weleens opgevallen. Als iemand zegt: ‘je moet t niet persoonlijk nemen hoor, maar blablabla’ is wat er op de plek van blablabla komt zelden positief. In eerste instantie voel je je toch aangevallen, ook al ‘moet je het niet persoonlijk nemen’.

Echter: in het kader van ‘perceptie is projectie’ hoef je het dus inderdaad niet persoonlijk te nemen. Het zegt namelijk niks over jou en alles over de ander. Best grappig, zo geeft die ander iets van zichzelf weg terwijl hij denkt dat ‘ie iets over jou zegt. Nu je weet dat het tegendeel waar is kun je met een dikke grijns zijn verhaal aanhoren.

______________________________________________________

‘… wegens een aanrijding met een persoon…’

Natuurlijk is het naar als je vertraging hebt omdat iemand voor de trein sprong. Maar als je echt geen andere uitweg ziet dan in de spits op een overvol station een wanhoopsdaad uit te voeren….

Ja, ik kom te laat voor mn afspraak. En ja, ik wil na een dag werken ook snel naar huis. Maar ik kom thuis. En ik trek zo ‘n biertje open en denk aan de mensen die het spoor ontdoen van menselijke resten en schoonmaken terwijl de NS er alles aan doet om de stroom reizigers te vervoeren. Thuis bel ik mijn moeder om haar te vertellen dat ik van haar hou, en dat ik zo blij ben dat ik nooit zo’n eenzame beslissing heb overwogen.

Proost. Op het leven.
______________________________________________________

Pesach. Of verdraagzaamheid.

Het is Pesach. Het feest van bitter en zoet. De herinnering aan de Joodse slavernij, de bevrijding ervan en de uittocht uit Egypte. Mierikswortel, zoete appel en ongedesemd brood. Ik bewaar goede herinneringen aan de keer dat we Pesach vierden op de middelbare school, met onze studieclub Hebreeuws. Uiteindelijk heb ik mn propedeuse Bijbels Hebreeuws gehaald in mijn havo-tijd, iets waar ik nog steeds trots op ben. 
Palestina en Israël: het begin van bewustwording en tolerantie. Wie zijn wij dat we een ander volk op basis van geloof, religie o.i.d. iets aandoen? Wie ben ik dat ik een ander mens slechts op basis van afkomst, uiterlijk, geloof, (gender-) identiteit of (seksuele) voorkeur veroordeel? Wie ben jij?

Het gevaar van generaliseren is van alle tijden. Intolerantie en angst voor het onbekende ook. Helaas. En nu ik toch zo lekker bezig ben: in die tijd ben ik ook begonnen met het lezen van de boeken van Chaim Potok. Prachtige sfeertekeningen van het joodse leven. Pesach shalom. Fijne 2e paasdag.
______________________________________________________

Lege woorden op gevoelloos wit papier

Ach, ik denk zoveel… Bijna niet te beschrijven. Soms zou ik willen dat ik een draadje rechtstreeks vanuit mijn hoofd aan m’n computer kon vastmaken zodat mijn gedachten en de mooie zinnen die mijn hart in mijn hoofd schrijft gewoon in een tekstverwerker lopen.

Nu zijn ze, steeds als ik pen en papier pak, verdwenen of kan ik ze niet meer zo mooi neerpennen als toen ze nog verborgen in mijn hoofd schuilden. Lege woorden op gevoelloos wit papier, zoals Gerard Reve zei.
______________________________________________________

No comments yet

Plaats een reactie